woensdag 12 mei 2010

Staat erkent oorlogsmisdaden Rawagedeh



AMSTERDAM - De Staat der Nederlanden erkent dat executies in het Javaanse dorp Rawagedeh in 1947 door Nederlandse militairen oorlogsmisdrijven zijn, maar dat ze verjaard zijn.

Daarmee wijst de staat aansprakelijkheid voor schade van nabestaanden af. Dat heeft Liesbeth Zegveld, advocate van de weduwen van de doodgeschoten mannen, dinsdag gezegd. Zegveld klaagde de staat aan namens de weduwen, die onder meer financiële compensatie willen.

Oorlogsmisdrijven
Volgens Zegveld heeft de staat voor het eerst met zo veel woorden gezegd dat de executies oorlogsmisdrijven waren. Ze vindt het voor de nabestaanden teleurstellend en onbegrijpelijk dat Nederland zich beroept op verjaring. ‘Dat de staat vindt dat ze er geen rekening mee heeft hoeven houden nog voor schade aansprakelijk gesteld te worden, is in het licht van het debat over het koloniale verleden van Nederland onbegrijpelijk.’
Nederlandse troepen vielen op 9 december 1947 Rawagedeh binnen en doodden honderden mannen, onder wie gevangenen en vluchtenden. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties bestempelde de actie in 1948 al als ‘opzettelijk en meedogenloos’. De militairen die voor het bloedbad verantwoordelijk waren, zijn nooit strafrechtelijk vervolgd. De weduwen zijn volgens advocaat Zegveld de eerste Indonesische slachtoffers van de strijd tussen 1945 en 1949 die Nederland hebben gedagvaard voor misdrijven in Indonesië.

Spijt
Nederland heeft wel spijt betuigd over de gang van zaken in het dorp. In verband daarmee is 850.000 euro beschikbaar gesteld voor ontwikkelingssteun aan Rawagedeh. Ook is minister Maxime Verhagen van Buitenlandse Zaken in 2009 in het dorp op bezoek geweest.
De slachtoffers zetten de procedure tegen de staat voort. De rechtbank in Den Haag bepaalt woensdag wat de volgende stap in de zaak wordt.

Bron: ANP op 11 mei 2010
Zie ook: http://deoorlog.nps.nl